De Zeelandbrug (1965, aanvankelijk Oosterscheldebrug) is een verkeersbrug over de Oosterschelde met een totale lengte van 5022 meter. Hij verbindt Noord-Beveland met Schouwen-Duiveland, en zorgt aldus voor een kortere verbinding met de plaatsen Middelburg en Goes aan de zuidelijke kant, en Zierikzee en Bruinisse aan de noordelijke kant. De brug maakt deel uit van de provinciale weg N256.
Achtergrond
De brug werd gebouwd op initiatief van de Provincie Zeeland. De wegen over de nieuwe deltadammen die werden aangelegd in het kader van de Deltawerken, legden Zeeland open voor het verkeer, maar de Oosterschelde bleef een obstakel. De bestaande provinciale veerverbinding tussen Zierikzee op Schouwen-Duiveland en Kats op Noord-Beveland kon de verkeersdrukte niet meer aan. En volgens de oorspronkelijke plannen zou de Oosterschelde pas in 1978 worden afgedamd, wat uiteindelijk in de vorm van de Oosterscheldekering nog tot 1986 zou duren. Om al voor die tijd een ongestoorde noord-zuidverbinding te hebben besloot de Provincie Zeeland daarom tot de aanleg van een brug tussen Zierikzee en Colijnsplaat. De bouw en exploitatie gaf de provincie in handen van een zelfstandige vennootschap, de NV Provinciale Zeeuwse Brug Maatschappij, die geheel eigendom van de provincie was.
Bouw
Duur: 3 minuten en 29 seconden.3:29
Aanleg Oosterscheldebrug
De brugmaatschappij gaf op 29 mei 1962 de opdracht tot de bouw aan de Combinatie Brug Oosterschelde, een samenwerkingsverband van de aannemers Van Hattum en Blankevoort NV uit Beverwijk en de NV Amsterdamsche Ballast Maatschappij uit Amsterdam. Deze bouwcombinatie realiseerde de brug tussen 1963 en 1965.
Bij Kats werd een werkhaven met twee grote portaalkranen aangelegd, waar de brugelementen werden gebouwd. De drijvende bok Ir. J.G. Snip zette de verschillende elementen op hun plaats. De brug bestaat uit 54 pijlers met daartussen 52 overspanningen van 95 meter en een beweegbaar gedeelte van veertig meter. Op 15 december 1965 stelde Koningin Juliana de brug officieel voor het wegverkeer open. De dag ervoor was de veerboot Koningin Emma voor de laatste keer heen en weer gevaren tussen Kats en Zierikzee.
Tol
Het geld voor de bouw van de brug had de Provincie Zeeland geleend. Om de lening terug te kunnen betalen, moest voor iedere passage bij Colijnsplaat tol betaald worden. Tot 1989 is de tol gebruikt voor de afbetaling, daarna werd de tol in een onderhoudsfonds gestort. Op 1 januari 1993 werd de brug tolvrij.[2]
Naam
De brug heette tijdens de bouw en de eerste anderhalf jaar dat hij in gebruik was nog Oosterscheldebrug. Op 13 april 1967 besloot de Provincie Zeeland haar
My name is Anne.
I regularly go out with my camera. I do so with great pleasure and always find gifts appearing on my screen.
This I want to share!..
Read more…